Vertaling van schelen

Inhoud:

Nederlands
Duits
schelen, uiteenlopen, verschillen {ww.}
differieren
sich unterscheiden
abweichen

zij schelen

sie differieren
» meer vervoegingen van differieren

absent zijn, afwezig zijn, schelen {ww.}
mangeln
ermangeln
fehlen

zij schelen

sie ermangeln
» meer vervoegingen van ermangeln



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Het kan me geen barst schelen.

Das geht mir am Arsch vorbei.

Het kan Tom niet schelen wat andere mensen denken.

Tom schert sich nicht darum, was andere Leute denken.

Ik weet dat het je niks kan schelen.

Ich weiß, das ist dir wurscht.

Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.

Es ist mir gleichgültig, ob er zustimmt oder nicht.

Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.

Ich wünschte, ich könnte mir mehr aus Noten machen, aber scheinbar habe ich an einem gewissen Punkt in meinem Leben entschieden, dass es nicht mehr so wichtig sei.


Gerelateerd aan schelen

uiteenlopen - verschillen - absent zijn - afwezig zijn