Vertaling van schenden

Inhoud:

Nederlands
Duits
bederven, beschadigen, havenen, schenden, stukmaken, toetakelen {ww.}
verletzen
untergraben
schaden
beeinträchtigen
verderben
Schaden zufügen
beschädigen

wij schenden
jullie schenden
zij schenden

wir verletzen
ihr verletzt
sie verletzen
» meer vervoegingen van verletzen

Beschadigde mensen beschadigen mensen.
Verletzte Menschen verletzen Menschen.
onteren, ontmaagden, ontwijden, schenden {ww.}
entjungfern

wij schenden
jullie schenden
zij schenden

wir entjungfern
ihr entjungfert
sie entjungfern
» meer vervoegingen van entjungfern

ontheiligen, ontwijden, profaneren, schenden, verontheiligen {ww.}
entweihen
profanieren
entheiligen

wij schenden
jullie schenden
zij schenden

wir entweihen
ihr entweiht
sie entweihen
» meer vervoegingen van entweihen

breken, afbreken, doorbreken, schenden, stukbreken, verbreken {ww.}
brechen
aufbrechen
abbrechen

wij schenden
jullie schenden
zij schenden

wir brechen
ihr brecht
sie brechen
» meer vervoegingen van brechen

Je moet je beloftes niet breken.
Seine Versprechen darf man nicht brechen.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
Das Eis wird unter deinem Gewicht brechen.