Vertaling van scheppen

Inhoud:

Nederlands
Duits
scheppen, opscheppen {ww.}
schaufeln

wij scheppen
jullie scheppen
zij scheppen

wir schaufeln
ihr schaufelt
sie schaufeln
» meer vervoegingen van schaufeln

componeren, maken, scheppen, schrijven {ww.}
verfassen
abfassen

wij scheppen
jullie scheppen
zij scheppen

wir verfassen
ihr verfasst
sie verfassen
» meer vervoegingen van verfassen

Ik moet een brief schrijven.
Ich muss einen Brief verfassen.
creëren, maken, scheppen {ww.}
schaffen
erschaffen

wij scheppen
jullie scheppen
zij scheppen

wir schaffen
ihr schafft
sie schaffen
» meer vervoegingen van schaffen

hozen, ontlenen, putten, scheppen {ww.}
entnehmen
entlehnen
schöpfen

wij scheppen
jullie scheppen
zij scheppen

wir entnehmen
ihr entnehmt
sie entnehmen
» meer vervoegingen van entnehmen

blik [o], schep (mv. scheppen) [v], schop {zn.}
Schüppe
Schippe [v] (die ~)
Schaufel [v] (die ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik heb niks om over op te scheppen.

Ich habe nichts, womit ich prahlen könnte.

Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.

Es hat sich herausgestellt, dass dies ein sehr günstiger Faktor für unser Projekt ist, das genau darauf abzielt, in gemeinsamer Arbeit ein Netz von Übersetzungen in möglichst vielen Sprachen zu schaffen.


Gerelateerd aan scheppen

opscheppen - componeren - maken - schrijven - creëren - hozen - ontlenen - putten - blik - schep - schop