Vertaling van scheren
Inhoud:
Nederlands
Duits
scheren {ww.}
rasieren
barbieren
barbieren
wij scheren
jullie scheren
zij scheren
wir rasieren
ihr rasiert
sie rasieren
» meer vervoegingen van rasieren
Ik moet me scheren.
Ich muss mich rasieren.
knippen, scheren, snoeien {ww.}
schneiden
scheren
abschneiden
abscheren
scheren
abschneiden
abscheren
wij scheren
jullie scheren
zij scheren
wir schneiden
ihr schneidet
sie schneiden
» meer vervoegingen van schneiden
Deze scharen knippen niet goed.
Diese Scheren schneiden nicht gut.
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Schneiden, waschen und föhnen bitte.