Vertaling van schijnen

Inhoud:

Nederlands
Duits
lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, vóórkomen {ww.}
scheinen

wij schijnen
jullie schijnen
zij schijnen

wir scheinen
ihr scheint
sie scheinen
» meer vervoegingen van scheinen

blinken, glanzen, schijnen, schitteren {ww.}
strahlen
schimmern
glänzen
scheinen
blinken

wij schijnen
jullie schijnen
zij schijnen

wir strahlen
ihr strahlt
sie strahlen
» meer vervoegingen van strahlen

aan zijn, lichten, licht geven, schijnen {ww.}
leuchten

wij schijnen
jullie schijnen
zij schijnen

wir leuchten
ihr leuchtet
sie leuchten
» meer vervoegingen van leuchten

gloeien, schijnen {zn.}
gleißen
glimmen
leuchten