Vertaling van smaak

Inhoud:

Nederlands
Duits
smaak {zn.}
Geschmack [m] (der ~)
Stil [m] (der ~)
Ik hou van de smaak van watermeloen.
Ich liebe den Geschmack von Wassermelonen.
De citroen heeft een eigen smaak.
Die Zitrone hat einen ganz eigenen Geschmack.
smaak, goede smaak {zn.}
Wohlgeschmack [m] (der ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ge valt in mijn smaak.

Ich mag dich.

De citroen heeft een eigen smaak.

Die Zitrone hat einen ganz eigenen Geschmack.

Ik hou van de smaak van watermeloen.

Ich liebe den Geschmack von Wassermelonen.

"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"

"Sie haben einen teuren Geschmack!" rief die Ladenbesitzerin aus. "Sind Sie sicher, dass Sie sich nicht zuerst unsere billigeren Modelle anschauen wollen?"


Gerelateerd aan smaak

goede smaak