Vertaling van smeer
Inhoud:
Nederlands
Duits
vettigheid , smeer {zn.}
etwas Fettes
vet , smeer {zn.}
Fett
kaarsvet, reuzel, smeer, talg, talk, niervet {zn.}
Talg
Schmalz
Schmalz
smeren, besmeren, doorsmeren {ww.}
schmieren
ik smeer
ich schmiere
» meer vervoegingen van schmieren