Vertaling van smoren
Inhoud:
Nederlands
Duits
smoren, stoven {ww.}
braisieren
smoren, stikken {ww.}
ersticken
wij smoren
jullie smoren
zij smoren
wir ersticken
ihr erstickt
sie ersticken
» meer vervoegingen van ersticken
smoren, stoven {ww.}
schmoren
wij smoren
jullie smoren
zij smoren
wir schmoren
ihr schmort
sie schmoren
» meer vervoegingen van schmoren
neerslaan, onderdrukken, smoren, verkroppen, verstikken {ww.}
ersticken
erwürgen
erdrosseln
erwürgen
erdrosseln
wij smoren
jullie smoren
zij smoren
wir ersticken
ihr erstickt
sie ersticken
» meer vervoegingen van ersticken