Vertaling van snel

Inhoud:

Nederlands
Duits
snel, speciaal {bn.}
ausdrücklich
eigens
Expreß-
Eil-
gauw, gezwind, haastig, snel, spoedig, vlug {bn.}
geschwind
hurtig
rasch
schnell
gauw, hard, in allerijl, schielijk, snel, vlug {bw.}
flugs
geschwind
schnell
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
laufen

ik snel

ich laufe
» meer vervoegingen van laufen

Hardlopen is goed voor de gezondheid.
Laufen ist gut für die Gesundheit.
Hij had niet zo snel moeten rennen.
Er hätte nicht so schnell laufen müssen.
hardlopen, hollen, racen, rennen, snellen, sprinten {ww.}
rennen
eilen

ik snel

ich renne
» meer vervoegingen van rennen

Ik kan rennen.
Ich kann rennen.
Ik kan rennen.
Ich kann rennen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Kom snel terug.

Komm bald zurück.

Zij verbrandt snel.

Ihre Haut bekommt schnell einen Sonnenbrand.

Deze auto is snel.

Dieses Auto ist schnell.

Hoe snel ze loopt!

Wie schnell sie läuft!

Je rijdt te snel.

Sie fahren zu schnell.

Ze is echt snel.

Sie ist wirklich schnell.

Hij spreekt te snel.

Er spricht zu schnell.

Hij komt snel.

Er wird bald kommen.

Ik word snel verkouden.

Ich erkälte mich leicht.

De auto rijdt snel.

Das Auto fährt schnell.

Word snel beter!

Gute Besserung!

Loop niet zo snel.

Rennt nicht so schnell!

Ze sprak snel.

Sie sprach schnell.

Tulpen zullen snel bloeien.

Tulpen werden bald blühen.

Het zal snel opklaren.

Es klärt sich bald auf.


Gerelateerd aan snel

speciaal - gauw - gezwind - haastig - spoedig - vlug - hard - in allerijl - schielijk - hardlopen - hollen - rennen - snellen - racen - sprinten