Vertaling van spelen

Inhoud:

Nederlands
Duits
spelen, uitvoeren, voorspelen {ww.}
spielen

wij spelen
jullie spelen
zij spelen

wir spielen
ihr spielt
sie spielen
» meer vervoegingen van spielen

Ik kan Chopin spelen.
Ich kann Chopin spielen.
Tennis spelen is gemakkelijk.
Tennis spielen ist leicht.
indienen, presenteren, vertonen, voorstellen, aanbieden, spelen {ww.}
vorstellen
anbieten
präsentieren
darstellen
bieten
aufführen

wij spelen
jullie spelen
zij spelen

wir stellen vor
ihr stellt vor
sie stellen vor
» meer vervoegingen van vorstellen

Mag ik mij voorstellen?
Darf ich mich vorstellen?
Je had je moeten voorstellen.
Sie hätten sich vorstellen sollen.
spel (mv. spelen) {zn.}
Spiel
Aufführung [v] (die ~)
Wanneer begint het spel?
Wann beginnt das Spiel?
Het spel werd spannend.
Das Spiel wurde spannend.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hij kan fluit spelen.

Er kann Flöte spielen.

Zij kan piano spelen.

Sie kann Klavier spielen.

Kinderen moeten spelen.

Kinder müssen spielen.

Wij spelen dikwijls schaak.

Wir spielen oft Schach.

Laten we kaart spelen.

Lass' uns Karten spielen.

Ik kan Chopin spelen.

Ich kann Chopin spielen.

Tennis spelen is gemakkelijk.

Tennis spielen ist leicht.

Laten we voetbal spelen.

Lasst uns Fußball spielen.

Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.

Manche Jungen spielen Tennis und andere spielen Fußball.

Mijn hobby is gitaar spelen.

Mein Hobby ist das Gitarrespielen.

Wij houden van voetbal spelen.

Wir spielen gern Fußball.

Jon kan geen gitaar spelen.

John kann nicht Gitarre spielen.

Alle jongens spelen graag honkbal.

Alle Jungen spielen gerne Baseball.

Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.

Heutzutage spielen Kinder nicht draußen.

Tom en Ken spelen iedere middag tennis.

Tom und Ken spielen jeden Abend Tennis.


Gerelateerd aan spelen

uitvoeren - voorspelen - indienen - presenteren - vertonen - voorstellen - aanbieden - spel