Vertaling van spier

Inhoud:

Nederlands
Duits
spier [v] {zn.}
Muskel [m] (der ~)
halm [m], spier, spriet, stengel [m] {zn.}
Stengel [m] (der ~)
Stiel [m] (der ~)
Halm [m] (der ~)


Gerelateerd aan spier

halm - spriet - stengel