Vertaling van spikkel

Inhoud:

Nederlands
Duits
vlekje [o], spikkel {zn.}
Tupf
oog [o], punt, spikkel, stip {zn.}
Punkt [m] (der ~)
punteren, spikkelen, stippelen {ww.}
punktieren

ik spikkel

ich punktiere
» meer vervoegingen van punktieren



Gerelateerd aan spikkel

vlekje - oog - punt - stip - punteren - spikkelen - stippelen