Vertaling van staken

Inhoud:

Nederlands
Duits
staken {ww.}
streiken

wij staken
jullie staken
zij staken

wir streiken
ihr streikt
sie streiken
» meer vervoegingen van streiken

afbreken, opbreken, opheffen, staken, stelpen, stoppen, stopzetten {ww.}
einstellen
beenden
Einhalt gebieten
ein Ende machen

wij staken
jullie staken
zij staken

wir stellen ein
ihr stellt ein
sie stellen ein
» meer vervoegingen van einstellen

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
stellen
setzen
stecken
legen

wij staken
jullie staken
zij staken

wir stellten
ihr stelltet
sie stellten
» meer vervoegingen van stellen

Mag ik de tv zachter zetten?
Darf ich den Fernseher leiser stellen?
Mag ik een vraag stellen?
Könnte ich eine Frage stellen?
pikken, priemen, prikken, steken {ww.}
sticheln
stechen
stecken
stacheln

wij staken
jullie staken
zij staken

wir stichelten
ihr sticheltet
sie stichelten
» meer vervoegingen van sticheln

indoen, steken, insteken {ww.}
hereinschaffen
hineintreiben
hereinbringen
hineinstecken
hineinschaffen
hineinbringen
hineintun
stecken

wij staken
jullie staken
zij staken

wir trieben hinein
ihr triebt hinein
sie trieben hinein
» meer vervoegingen van hineintreiben

paal, heipaal, staak (mv. staken) {zn.}
Staket [o] (das ~)
Zaunpfahl [m] (der ~)
Pfahl [m] (der ~)


Gerelateerd aan staken

afbreken - opbreken - opheffen - stelpen - stoppen - stopzetten - leggen - steken - plaatsen - stellen - zetten - doen - pikken - priemen - prikken