Vertaling van stalen ros

Inhoud:

Nederlands
Duits
fiets [m] (de ~), rijwiel [o] (het ~), tweewieler [m], zwijntje [o], velo, stalen ros {zn.}
Fahrrad [o] (das ~)
Rad [o] (das ~)
Velo [o] (das ~)
Rover
Ik heb geen fiets.
Ich habe kein Fahrrad.
Ken wil een fiets.
Ken will ein Fahrrad.
harden, stalen, temperen {ww.}
abbinden
wappnen
erhärten
stählen
abhärten
härten
hart machen

wij stalen
jullie stalen
zij stalen

wir binden ab
ihr bindet ab
sie binden ab
» meer vervoegingen van abbinden

gappen, ontvreemden, stelen {ww.}
stehlen
entwenden

wij stalen
jullie stalen
zij stalen

wir stahlen
ihr stahlt
sie stahlen
» meer vervoegingen van stehlen

Kunt ge mij het stelen aanleren?
Kannst du mich lehren zu stehlen?


Gerelateerd aan stalen ros

fiets - rijwiel - tweewieler - zwijntje - velo - harden - stalen - temperen - gappen - ontvreemden - stelen