Vertaling van stelen

Inhoud:

Nederlands

Duits

gappen, ontvreemden, stelen {ww.}

stehlen
entwenden

wij stelen
jullie stelen
zij stelen

wir stehlen
ihr stehlt
sie stehlen
» meer vervoegingen van stehlen

Kunt ge mij het stelen aanleren?

Kannst du mich lehren zu stehlen?

gevest, handvat, hals [m], heft, knop [m], steel (mv. stelen) [m] {zn.}

Stiel [m] (der ~)
Knauf [m] (der ~)
Heft [o] (das ~)
Handhabe
Griff [m] (der ~)
Gefäß [o] (das ~)

buis [v], kanaal [o], loop [m], pijp [v], roer [o], steel (mv. stelen) [m] {zn.}

Röhre [v] (die ~)
Schlauch [m] (der ~)
Rohr [o] (das ~)

halm [m], steel (mv. stelen) [m], stengel [m] {zn.}

Stengel [m] (der ~)