Vertaling van sterk

Inhoud:

Nederlands
Duits
sterk, terdege {bw.}
stark
tüchtig
fel, intens, intensief, sterk {bn.}
intensiv
ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, struis {bn.}
fest
befestigt
haltbar
wiederstandsfähig
dauerhaft
robust
kernig
fiks, geducht, krachtig, sterk, straf, zwaar {bn.}
kräftig
stark
stämmig
heftig
schwer
lebhaft
fest
haltbar
wiederstandsfähig
sterken {ww.}
verstärken
bestärken

ik sterk

ich verstärke
» meer vervoegingen van verstärken



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Melk maakt ons sterk.

Milch macht uns stark.

Zij is sterk.

Sie ist stark.

Die bloem ruikt sterk.

Die Blume hat einen starken Duft.

Onze honkbalploeg is erg sterk.

Unser Baseballteam ist sehr stark.

Hij is zo sterk als een paard.

Er ist so stark wie ein Pferd.

Deze jongen heeft een sterk, gezond lichaam.

Dieser Junge hat einen starken, gesunden Körper.

Haar geloof in God is erg sterk.

Ihr Glaube an Gott ist sehr stark.

Hoewel hij heel oud is, is hij sterk.

Obwohl er sehr alt ist, ist er stark.

Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.

Er ist stark genug, das zu heben.

Het is een goede jongen en hij is heel sterk.

Er ist ein guter Junge und er ist sehr stark.

Je bent twee keer zo sterk dan ik.

Du bist zweimal so stark wie ich.

Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.

Er ist stark genug, das zu heben.


Gerelateerd aan sterk

synoniemen

terdege - fel - intens - intensief - ferm - fors - hecht - potig - robuust - stevig - stoer - struis - fiks - geducht - krachtig