Vertaling van steun

Inhoud:

Nederlands
Duits
steun {zn.}
Hilfe [v] (die ~)
Abstützen
Unterstützung [v] (die ~)
Stütze [v] (die ~)
bedeling [v], ondersteuning [v], steun, ruggesteun {zn.}
Untersatz [m] (der ~)
drager [m], leuning [v], steun, stut {zn.}
Lehne [v] (die ~)
Strebe [v] (die ~)
Stütze [v] (die ~)
schragen, steunen, stutten, ondersteunen {ww.}
unterstützen
aufstützen
stützen
stemmen
anlehnen
lehnen
anlegen

ik steun

ich unterstütze
» meer vervoegingen van unterstützen

dragen, schoren, steunen, ondersteunen, ruggesteunen, schragen {ww.}
unterhalten
unterstützen
stemmen

ik steun

ich unterhalte
» meer vervoegingen van unterhalten

gebaseerd zijn, steunen {ww.}
fußen
aufbauen
sich gründen
sich stützen
basieren

ik steun

ich fuße
» meer vervoegingen van fußen