Vertaling van storm

Inhoud:

Nederlands
Duits
storm [m], stormwind [m] {zn.}
Sturm [m] (der ~)
We werden door een storm bevangen.
Wir gerieten in einen Sturm.
De storm veroorzaakte veel schade.
Der Sturm hat großen Schaden verursacht.
stormen {ww.}
stürmen

ik storm

ich stürme
» meer vervoegingen van stürmen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De storm veroorzaakte veel schade.

Der Sturm hat großen Schaden verursacht.

Wie wind zaait, zal storm oogsten.

Was ihr säet, das erntet ihr.

De storm heeft de hele stad verwoest.

Der Sturm zerstörte die ganze Stadt.

We werden door een storm bevangen.

Wir gerieten in einen Sturm.

Na de storm was de weg door omgevallen bomen geblokkeerd.

Nach dem Sturm waren die Straße von umgestürzten Bäumen blockiert.

We stelden ons vertrek uit vanwege de storm.

Wir schoben unsere Abreise wegen des Sturmes auf.

Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.

Ihr kennt den Satz, wir ernten, was wir säen. Ich habe den Wind gesät und hier ist mein Sturm.


Gerelateerd aan storm

stormwind - stormen