Vertaling van straal
Inhoud:
Nederlands
Duits
straal {zn.}
Strahl
stralen, uitstralen {ww.}
ausstrahlen
strahlen
strahlen
ik straal
ich strahle aus
» meer vervoegingen van ausstrahlen
ik straal
ich strahle aus
» meer vervoegingen van ausstrahlen