Vertaling van stranden
Inhoud:
Nederlands
Duits
floppen, in het water vallen, schipbreuk leiden, stranden {ww.}
scheitern
Schiffbruch erleiden
fehlschlagen
Schiffbruch erleiden
fehlschlagen
wij stranden
jullie stranden
zij stranden
wir scheitern
ihr scheitert
sie scheitern
» meer vervoegingen van scheitern
aan de grond lopen, stranden, vastlopen {ww.}
festsitzen
wij stranden
jullie stranden
zij stranden
wir sitzen fest
ihr sitzt fest
sie sitzen fest
» meer vervoegingen van festsitzen
strand (mv. stranden) {zn.}
Strand
Welke kant is het strand op?
In welcher Richtung liegt der Strand?
Ik bracht de hele dag door aan het strand.
Ich verbrachte den ganzen Tag am Strand.