Vertaling van strepen

Inhoud:

Nederlands
Duits
strepen {ww.}
Streifen ziehen
Streifen machen
linie [v], lijn [v], regel, schreef, streep (mv. strepen), toer {zn.}
Strich [m] (der ~)
Zeile [v] (die ~)
Linie [v] (die ~)
haal, schrap, schreef, streek, streep (mv. strepen) {zn.}
Strich [m] (der ~)
band [m], reep, streep (mv. strepen), strook, wapenbalk {zn.}
Streifen [m] (der ~)


Gerelateerd aan strepen

linie - lijn - regel - schreef - streep - toer - haal - schrap - streek - band - reep - strook - wapenbalk