Vertaling van stuur

Inhoud:

Nederlands
Duits
stuur [o], roer [o] {zn.}
Steuer [v] (die ~)
Lenkvorrichtung [v] (die ~)
Ruder [o] (das ~)
Lenkrad [o] (das ~)
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
Die Polizei nahm ihn wegen Trunkenheit am Steuer fest.
stuur [o], stuurtoestel [o], joystick [m] {zn.}
Steuer [v] (die ~)
Steuerrad [o] (das ~)
Lenkrad [o] (das ~)
leiding [v], stuur [o], leidsel {zn.}
Zügel [m] (der ~)
besturen, dirigeren, mennen, richten, sturen {ww.}
lenken
leiten
steuern
richten
führen
dirigieren

ik stuur

ich lenke
» meer vervoegingen van lenken

doen toekomen, sturen, opsturen, zenden, opzenden, verzenden {ww.}
schicken
einsenden
senden

ik stuur

ich schicke
» meer vervoegingen van schicken

Kun je dat per e-mail sturen?
Kannst du das per E-Mail schicken?
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
Ich sagte ihnen, sie sollen mir ein neues Ticket schicken.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Stuur het naar me op.

Schick es mir!

De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.

Die Polizei nahm ihn wegen Trunkenheit am Steuer fest.