Vertaling van tafel

Inhoud:

Nederlands
Duits
tafel [v], lijst, tabel {zn.}
Verzeichnis [o] (das ~)
Tabelle [v] (die ~)
tafel [v] {zn.}
Tisch [m] (der ~)
Dat is een tafel.
Das ist ein Tisch.
Deze tafel is gereserveerd.
Dieser Tisch ist reserviert.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Dat is een tafel.

Das ist ein Tisch.

Deze tafel is gereserveerd.

Dieser Tisch ist reserviert.

Deze tafel is zwaar.

Dieser Tisch ist schwer.

Hij zit aan tafel.

Er sitzt am Tisch.

Deze tafel wiebelt.

Dieser Tisch wackelt.

Ze zitten aan tafel.

Sie sitzen am Tisch.

Dat is een tafel.

Das ist ein Tisch.

Leg het pistool op tafel.

Leg die Pistole auf den Tisch.

De kat slaapt op tafel.

Die Katze schläft auf dem Tisch.

Een tafel heeft vier poten.

Ein Tisch hat vier Beine.

Mama heeft de tafel gedekt.

Mutti hat den Tisch gedeckt.

Er ligt één appel op de tafel.

Dort ist ein Apfel auf dem Tisch.

Er zat een kat op de tafel.

Auf dem Tisch war eine Katze.

Ik heb me onder de tafel verstopt.

Ich habe mich unter dem Tisch versteckt.

Het geld ligt op de tafel.

Das Geld liegt auf dem Tisch.


Gerelateerd aan tafel

lijst - tabel