Vertaling van tegenspreken

Inhoud:

Nederlands
Duits
tegenspreken {ww.}
widersprechen
gegensprechen

ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken

ich werde widersprechen
du wirst widersprechen
er/sie/es wird widersprechen
» meer vervoegingen van widersprechen

ontkennen, tegenspreken {ww.}
dementieren

ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken

ich werde dementieren
du wirst dementieren
er/sie/es wird dementieren
» meer vervoegingen van dementieren

in tegenspraak zijn met, tegenspreken, tegenwerpen {ww.}
Einwände machen
Einwände erheben
widersprechen

ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken

ich werde widersprechen
du wirst widersprechen
er/sie/es wird widersprechen
» meer vervoegingen van widersprechen

aanvechten, bestrijden, betwisten, tegenspreken {ww.}
entgegentreten

ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken

ich werde entgegentreten
du wirst entgegentreten
er/sie/es wird entgegentreten
» meer vervoegingen van entgegentreten



Gerelateerd aan tegenspreken

ontkennen - in tegenspraak zijn met - tegenwerpen - aanvechten - bestrijden - betwisten