Vertaling van tentoonspreiden
Inhoud:
Nederlands
Duits
blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen {ww.}
vorzeigen
ik zal tentoonspreiden
jij zult tentoonspreiden
hij/zij/het zal tentoonspreiden
ich werde vorzeigen
du wirst vorzeigen
er/sie/es wird vorzeigen
» meer vervoegingen van vorzeigen
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
zeigen
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
ik zal tentoonspreiden
jij zult tentoonspreiden
hij/zij/het zal tentoonspreiden
ich werde zeigen
du wirst zeigen
er/sie/es wird zeigen
» meer vervoegingen van zeigen
Ik zal je de stad laten zien.
Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
Ich werde euch ein paar Bilder zeigen.