Vertaling van terugbetalen
Inhoud:
Nederlands
Duits
restitueren, terugbetalen, terugstorten, vergelden {ww.}
vergelten
ik zal terugbetalen
jij zult terugbetalen
hij/zij/het zal terugbetalen
ich werde vergelten
du wirst vergelten
er/sie/es wird vergelten
» meer vervoegingen van vergelten
Ik wil het je terugbetalen.
Ich will es dir vergelten.