Vertaling van teruggaan
Inhoud:
Nederlands
Duits
teruggaan, terugkeren, teruglopen, terugtrekken, weer gaan {ww.}
zurückkehren
ik zal teruggaan
jij zult teruggaan
hij/zij/het zal teruggaan
ich werde zurückkehren
du wirst zurückkehren
er/sie/es wird zurückkehren
» meer vervoegingen van zurückkehren