Vertaling van titel

Inhoud:

Nederlands
Duits
graad, kop [m], onderschrift, titel {zn.}
Titel [m] (der ~)
titelen, betitelen, tituleren {ww.}
titulieren
betiteln

ik titel

ich tituliere
» meer vervoegingen van titulieren



Gerelateerd aan titel

graad - kop - onderschrift - titelen - betitelen - tituleren