Vertaling van toen
einst
Voorbeelden in zinsverband
Ik keek toen tv.
Da habe ich gerade Fernsehen geguckt.
Toen was ik student.
Ich war zu jener Zeit Student.
Toen waren we jonger.
Damals waren wir jünger.
Was je toen op school?
Warst du dann in der Schule?
Toen ik terugkwam was mijn auto weg.
Als ich zurückkam, war mein Auto weg.
Ik rookte toen ik jong was.
Ich rauchte, als ich jung war.
Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.
Als ich aufwachte, war ich traurig.
Hij was uitgeput toen hij thuis kwam.
Als er nach Hause kam, war er fix und fertig.
Toen waren er nog geen radio's.
Zu dieser Zeit gab es noch keine Radios.
Ze was mooi toen ze jong was.
Als junge Frau war sie eine Schönheit.
Ze kon lezen toen ze vier was.
Sie konnte mit vier Jahren lesen.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Als ich aufwachte, schneite es.
De dief liep weg toen hij een politieman zag.
Der Dieb rannte weg, als er einen Polizisten sah.
Ze kocht die camera toen ze in Japan was.
Sie hat diese Kamera gekauft, als sie in Japan war.
hij schreef dit book toen hij 20 jaar was.
Er hat dieses Buch mit zwanzig Jahren geschrieben.