Vertaling van toeval

Inhoud:

Nederlands
Duits
toevalligheid [v], toeval {zn.}
Zufall [m] (der ~)
Schicksal [o] (das ~)
Koinzidenz [v] (die ~)
Glücksspiel [o] (das ~)
Het was puur toeval dat Mary en ik op dezelfde trein zaten.
Es war reiner Zufall, dass Mary und ich im gleichen Zug saßen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.

Ich war zufällig da, als die Bombe explodierte.

Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.

Gestern Abend habe ich meinen Lehrer im Restaurant zufällig getroffen.

Het was puur toeval dat Mary en ik op dezelfde trein zaten.

Es war reiner Zufall, dass Mary und ich im gleichen Zug saßen.


Gerelateerd aan toeval

toevalligheid