Vertaling van tranen
Inhoud:
Nederlands
Duits
huilen, traanogen, tranen {ww.}
tränen
zij tranen
sie tränen
» meer vervoegingen van tränen
Droog je tranen.
Wisch dir deine Tränen ab.
Hij brak in tranen uit.
Er brach in Tränen aus.
traan (mv. tranen) , walvistraan {zn.}
Waltran
traan (mv. tranen) {zn.}
Träne
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Droog je tranen.
Wisch dir deine Tränen ab.
Hij brak in tranen uit.
Er brach in Tränen aus.
Ik barstte in tranen uit.
Ich fing an zu weinen.
Haar ogen vulden zich met tranen.
Ihre Augen füllten sich mit Tränen.
Ik zie tranen in je ogen.
Ich sehe Tränen in deinen Augen.
Haar ogen vulden zich met tranen.
Seine Augen füllten sich mit Tränen.