Vertaling van trekken

Inhoud:

Nederlands
Duits
trekken, een streep trekken {ww.}
streichen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir streichen
ihr streicht
sie streichen
» meer vervoegingen van streichen

trekken {ww.}
ziehen
verziehen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir ziehen
ihr zieht
sie ziehen
» meer vervoegingen van ziehen

Laat de thee tien minuten trekken.
Lass den Tee zehn Minuten ziehen.
aanhalen, trekken, aantrekken {ww.}
anziehen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir ziehen an
ihr zieht an
sie ziehen an
» meer vervoegingen van anziehen

Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Gravitation ist die Naturkraft, mit der sich Gegenstände gegenseitig anziehen.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?
slepen, trekken {ww.}
rücken
ausrücken
treideln
anholen
schleppen
zerren
kräftig ziehen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir rücken aus
ihr rückt aus
sie rücken aus
» meer vervoegingen van ausrücken

aftrekken, laten trekken, zetten, trekken {ww.}
infundieren
ziehen lassen
aufgießen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir infundieren
ihr infundiert
sie infundieren
» meer vervoegingen van infundieren

boegseren, slepen, trekken, voorttrekken {ww.}
nachschleppen
schleppen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir schleppen
ihr schleppt
sie schleppen
» meer vervoegingen van schleppen

trasseren, trekken {ww.}
trassieren
ziehen auf
abgehen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir trassieren
ihr trassiert
sie trassieren
» meer vervoegingen van trassieren

tekenen, aftekenen, trekken, uittekenen {ww.}
skizzieren
darstellen
entwerfen
abmalen
malen
abzeichnen
zeichnen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir skizzieren
ihr skizziert
sie skizzieren
» meer vervoegingen van skizzieren

ontlokken, tappen, trekken, te voorschijn trekken, uithalen {ww.}
entlocken
entziehen
extrahieren
zapfen
zücken

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir entlocken
ihr entlockt
sie entlocken
» meer vervoegingen van entlocken

buigen, doorbuigen, trekken, kromtrekken, zich krommen {ww.}
biegen
sich beugen

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir biegen
ihr biegt
sie biegen
» meer vervoegingen van biegen

hinken, kreupel lopen, mank lopen, slecht functioneren, trekken {ww.}
hinken
humpeln

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir hinken
ihr hinkt
sie hinken
» meer vervoegingen van hinken

rondreizen, trekken, rondtrekken, zwerven {ww.}
wandern

wij trekken
jullie trekken
zij trekken

wir wandern
ihr wandert
sie wandern
» meer vervoegingen van wandern


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Mary begon haar kleren uit te trekken.

Maria fing an, sich zu entkleiden.

Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.

Wenige Elefanten würden freiwillig nach Europa wandern.

Laat de thee tien minuten trekken.

Lass den Tee zehn Minuten ziehen.

Mijn hobby is foto's trekken van wilde bloemen.

Mein Hobby ist es, Wildblumen zu fotografieren.