Vertaling van trip

Inhoud:

Nederlands
Duits
excursie [v], uitstapje [o], tocht, toer, trip {zn.}
Ausflug [m] (der ~)
Abschweifung [v] (die ~)
Exkurs [m] (der ~)
Exkursion [v] (die ~)
Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.
Sie haben ihren Ausflug wegen Regens abgebrochen.
reis, tocht, toer, trip {zn.}
Reise [v] (die ~)
Tour
Goede reis!
Gute Reise!
We plannen een trip naar New York.
Wir planen eine Reise nach New York.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.

Sie haben ihren Ausflug wegen Regens abgebrochen.

We plannen een trip naar New York.

Wir planen eine Reise nach New York.


Gerelateerd aan trip

excursie - uitstapje - tocht - toer - reis