Vertaling van tros

Inhoud:

Nederlands
Duits
tros [m] {zn.}
Greling
Gerling
tros [m] {zn.}
Trosse [v] (die ~)
kabel, tros [m] {zn.}
Kabel [o] (das ~)
ris, rist, tros [m] {zn.}
Traube [v] (die ~)
trein, tros {zn.}
Zug [m] (der ~)
Hier komt de trein!
Der Zug kommt!
De trein was ontspoord.
Der Zug entgleiste.


Gerelateerd aan tros

kabel - ris - rist - trein