Vertaling van tweewieler

Inhoud:

Nederlands
Duits
fiets [m] (de ~), rijwiel [o] (het ~), tweewieler [m], zwijntje [o], velo, stalen ros {zn.}
Fahrrad [o] (das ~)
Rad [o] (das ~)
Velo [o] (das ~)
Rover
Ik heb geen fiets.
Ich habe kein Fahrrad.
Ken wil een fiets.
Ken will ein Fahrrad.


Gerelateerd aan tweewieler

fiets - rijwiel - zwijntje - velo - stalen ros