Vertaling van uit

Inhoud:

Nederlands
Duits
uit, van, op {vz.}
aus
aus ... heraus
aus ... hervor
von
door, uit, vanwege, voor, wegens, met, om {vz.}
anläßlich
halber
um ... willen
wegen
um
durch
über
ontlokken, slaken, uitbrengen, uithalen, uitdrijven, uiten {ww.}
ausstoßen
herausschaffen
aussondern
heraustun
ausschließen

ik uit
jij uit
hij/zij/het uit

ich stoße aus
du stößt aus
er/sie/es stößt aus
» meer vervoegingen van ausstoßen

betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}
ausdrücken
zum Ausdruck bringen

ik uit
jij uit
hij/zij/het uit

ich drucke aus
du druckst aus
er/sie/es druckt aus
» meer vervoegingen van ausdrucken

Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Ich mag es nicht, wenn Mathematiker, die viel mehr als ich wissen, sich nicht genau ausdrücken können.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Uit het oog, uit het hart.

Aus den Augen, aus dem Sinn.

Uit het oog, uit het hart.

Aus den Augen, aus dem Sinn.

Ik kom uit China.

Ich komme aus China.

Jane komt uit Australië.

Jane kommt aus Australien.

Hij komt uit Genua.

Er kommt aus Genua.

Soms komen dromen uit.

Manchmal werden Träume wahr.

Ik kom uit Noorwegen.

Ich komme aus Norwegen.

Ik kom uit Nederland.

Ich bin aus den Niederlanden.

Doe uw schoenen uit.

Zieh dir die Schuhe aus.

Dromen komen uit.

Träume gehen in Erfüllung.

Toms dromen kwamen uit.

Toms Träume wurden wahr.

Iedereen lachte hem uit.

Alle lachten über ihn.

Ik kom uit Saitama.

Ich komme aus Saitama.

De radio is uit.

Das Radio ist ausgeschaltet.

Hij komt uit Genève.

Er kommt aus Genf.


Gerelateerd aan uit

van - op - door - vanwege - voor - wegens - met - om - ontlokken - slaken - uitbrengen - uithalen - uitdrijven - uiten - betuigen