Vertaling van uitbeelden
Inhoud:
Nederlands
Duits
afbeelden, uitbeelden, verbeelden, verzinnelijken, voorstellen {ww.}
figurieren
auftreten
erscheinen
in Erscheinung treten
abbilden
auftreten
erscheinen
in Erscheinung treten
abbilden
ik zal uitbeelden
jij zult uitbeelden
hij/zij/het zal uitbeelden
ich werde figurieren
du wirst figurieren
er/sie/es wird figurieren
» meer vervoegingen van figurieren