Vertaling van uitgebreid

Inhoud:

Nederlands
Duits
omvangrijk, uitgebreid, veelomvattend {bn.}
umfassend
umfangreich
ausgedehnt
weit
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
ausgedehnt
geräumig
weit
ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken {ww.}
erweitern
ausdehnen
dehnen
aufhängen
recken
auslegen
auswerfen
aufspannen
ausspannen
erstrecken
ausstrecken
strecken
ausrecken
ausbreiten

ik heb uitgebreid
jij hebt uitgebreid
hij/zij/het heeft uitgebreid

ich habe erweitert
du hast erweitert
er/sie/es hat erweitert
» meer vervoegingen van erweitern

uitbouwen, uitbreiden, vergroten {ww.}
vermehren
erhöhen
vergrößern

ik heb uitgebreid
jij hebt uitgebreid
hij/zij/het heeft uitgebreid

ich habe vermehrt
du hast vermehrt
er/sie/es hat vermehrt
» meer vervoegingen van vermehren