Vertaling van uitgebreidheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
bestek [o], uitgebreidheid [v], grootte, omvang {zn.}
Umfang [m] (der ~)
Größe [v] (die ~)
Spanne [v] (die ~)
Gehalt [o] (das ~)
Fassung [v] (die ~)
Dimension
Bereich [m] (der ~)
Ausdehnung [v] (die ~)
Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "…
An diesem Tag im Jahre 1887 erschien in Warschau eine Broschüre von Ludwik Lejzer Zamenhof über eine "Internationale Sprache". Ihr Umfang war bescheiden, ihr Motto…
ruimheid [v], uitgebreidheid [v], uitgestrektheid [v], wijdte {zn.}
Geräumigkeit [v] (die ~)
Weite [v] (die ~)
Ausdehnung [v] (die ~)


Gerelateerd aan uitgebreidheid

bestek - grootte - omvang - ruimheid - uitgestrektheid - wijdte