Vertaling van uitgesproken

Inhoud:

Nederlands
Duits
uitgesproken {bn.}
akzentuiert
betont
hervorgehoben
auffallend
markant
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
anschaulich
bestimmt
deutlich
klar
apert, duidelijk, evident, kennelijk, klaarblijkelijk, uitgesproken {bn.}
anschaulig
augenscheinlich
ersichtlich
evident
offenbar
offenkundig
einleuchtend
betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}
ausdrücken
zum Ausdruck bringen

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

ich habe ausgedruckt
du hast ausgedruckt
er/sie/es hat ausgedruckt
» meer vervoegingen van ausdrucken

Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Ich mag es nicht, wenn Mathematiker, die viel mehr als ich wissen, sich nicht genau ausdrücken können.
uitspreken {ww.}
fällen
aussprechen

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

ich habe ausgesprochen
du hast ausgesprochen
er/sie/es hat ausgesprochen
» meer vervoegingen van aussprechen

uitdrukken, uitspreken, vellen, verwoorden {ww.}
abfassen
aussagen
formulieren
eine Aussage treffen über

ik heb uitgesproken
jij hebt uitgesproken
hij/zij/het heeft uitgesproken

ich habe abgefasst
du hast abgefasst
er/sie/es hat abgefasst
» meer vervoegingen van abfassen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hoe wordt je voornaam uitgesproken?

Wie wird Ihr Vorname ausgesprochen?

In het Engels staan er in veel woorden letters die niet worden uitgesproken.

In der englischen Sprache enthalten viele Wörter Buchstaben, die nicht gesprochen werden.


Gerelateerd aan uitgesproken

duidelijk - helder - klaar - zuiver - apert - evident - kennelijk - klaarblijkelijk - betuigen - opperen - uitdrukken - uiten - uitspreken - verwoorden - vellen