Vertaling van uitgestorven
Inhoud:
Nederlands
Duits
doods, eenzaam, uitgestorven, verlaten, woest {bn.}
öde
wüst
verödet
verlassen
unbewohnt
wüst
verödet
verlassen
unbewohnt
eenzaam, onbemand, onbevolkt, onbewoond, uitgestorven, verlaten {bn.}
menschenleer
doven, uitgaan, uitdoven, uitsterven {ww.}
ausgehen
erlöschen
verlöschen
auslöschen
erlöschen
verlöschen
auslöschen
hij/zij/het is uitgestorven
zij zijn uitgestorven
hij/zij/het was uitgestorven
er/sie/es ist ausgegangen
sie sind ausgegangen
er/sie/es war ausgegangen
» meer vervoegingen van ausgehen
Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.
Ich kann nicht ausgehen, weil ich vor einer Woche bei einem Unfall verletzt wurde.