Vertaling van uitkramen
Inhoud:
Nederlands
Duits
blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen {ww.}
vorzeigen
ik zal uitkramen
jij zult uitkramen
hij/zij/het zal uitkramen
ich werde vorzeigen
du wirst vorzeigen
er/sie/es wird vorzeigen
» meer vervoegingen van vorzeigen