Vertaling van uitladen

Inhoud:

Nederlands
Duits
afladen, lossen, uitladen {ww.}
ausladen

ik zal uitladen
jij zult uitladen
hij/zij/het zal uitladen

ich werde ausladen
du wirst ausladen
er/sie/es wird ausladen
» meer vervoegingen van ausladen



Gerelateerd aan uitladen

afladen - lossen