Vertaling van uitleggen

Inhoud:

Nederlands
Duits
beduiden, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verklaren {ww.}
verständlich machen
deutlich machen
Aufschluß geben über
ausführlich darlegen
ausführlich darstellen
explizieren

ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen

ich werde explizieren
du wirst explizieren
er/sie/es wird explizieren
» meer vervoegingen van explizieren

duiden, interpreteren, uitleggen, verklaren, vertolken {ww.}
verdolmetschen
interpretieren
deuten
dolmetschen
auslegen

ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen

ich werde verdolmetschen
du wirst verdolmetschen
er/sie/es wird verdolmetschen
» meer vervoegingen van verdolmetschen

beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
erklären
erläutern
einleuchten
darlegen

ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen

ich werde erklären
du wirst erklären
er/sie/es wird erklären
» meer vervoegingen van erklären

Tom moet dingen uitleggen.
Tom hat einiges zu erklären.
Ik zal het aan hem uitleggen.
Ich werde es ihm erklären.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Tom moet dingen uitleggen.

Tom hat einiges zu erklären.

Ik zal het aan hem uitleggen.

Ich werde es ihm erklären.

Ik kan het ook niet uitleggen.

Ich kann es auch nicht erklären.

Als je me laat spreken, dan kan ik alles uitleggen.

Wenn Sie mir erlauben, zu sprechen, kann ich alles erklären.

De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.

Die Schwester wird Ihnen sagen, wie es zu machen ist.

Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.

Ich weiß nicht, wie ich es erklären soll.

De leraar zal ons de betekenis van het woord uitleggen.

Der Lehrer hat uns die Bedeutung des Wortes erläutert.