Vertaling van uitloven

Inhoud:

Nederlands
Duits
bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen {ww.}
proponieren
vorschlagen
beantragen

ik zal uitloven
jij zult uitloven
hij/zij/het zal uitloven

ich werde proponieren
du wirst proponieren
er/sie/es wird proponieren
» meer vervoegingen van proponieren

beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen {ww.}
zusagen
verheißen
versprechen
geloben

ik zal uitloven
jij zult uitloven
hij/zij/het zal uitloven

ich werde zusagen
du wirst zusagen
er/sie/es wird zusagen
» meer vervoegingen van zusagen



Gerelateerd aan uitloven

bieden - aanbieden - voordragen - voorslaan - voorstellen - beloven - toezeggen - verzeggen