Vertaling van uitluchten
Inhoud:
Nederlands
Duits
luchten, spuien, uitluchten, ventileren, wannen {ww.}
ventilieren
ik zal uitluchten
jij zult uitluchten
hij/zij/het zal uitluchten
ich werde ventilieren
du wirst ventilieren
er/sie/es wird ventilieren
» meer vervoegingen van ventilieren