Vertaling van uitmeten
Inhoud:
Nederlands
Duits
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
abmessen
aufmessen
messen
aufmessen
messen
ik zal uitmeten
jij zult uitmeten
hij/zij/het zal uitmeten
ich werde abmessen
du wirst abmessen
er/sie/es wird abmessen
» meer vervoegingen van abmessen