Vertaling van uitpikken

Inhoud:

Nederlands
Duits
kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken {ww.}
aussuchen
eine Auswahl treffen
auserwählen
erwählen
auswählen
wählen
auslesen

ik zal uitpikken
jij zult uitpikken
hij/zij/het zal uitpikken

ich werde aussuchen
du wirst aussuchen
er/sie/es wird aussuchen
» meer vervoegingen van aussuchen

U kunt kiezen welke je wilt.
Du darfst dir aussuchen, was immer du willst.


Gerelateerd aan uitpikken

kiezen - uitkiezen - uitlezen - verkiezen - uitzoeken