Vertaling van uitpluizen

Inhoud:

Nederlands
Duits
ontrafelen, uitpluizen, uitrafelen {ww.}
aufräufeln
aufflechten
in Fäden zertrennen

ik zal uitpluizen
jij zult uitpluizen
hij/zij/het zal uitpluizen

ich werde aufräufeln
du wirst aufräufeln
er/sie/es wird aufräufeln
» meer vervoegingen van aufräufeln



Gerelateerd aan uitpluizen

ontrafelen - uitrafelen