Vertaling van uitputten

Inhoud:

Nederlands
Duits
uitputten, putten uit {ww.}
aufbrauchen
erschöpfen
herausschöpfen
leerschöpfen
ausschöpfen

ik zal uitputten
jij zult uitputten
hij/zij/het zal uitputten

ich werde aufbrauchen
du wirst aufbrauchen
er/sie/es wird aufbrauchen
» meer vervoegingen van aufbrauchen



Gerelateerd aan uitputten

putten uit